Dag 13 (september) - Lecce

15 september 2020 - Lecce, Italië

Bij het opstaan ontdekken we dat de stroom niet werkt. Geen espresso maken op de kamer dus. Geen idee wat er aan de hand is. We bellen de receptie er niet voor. Misschien heeft het feest gisteravond te veel stroom gekost. Het is niet alleen bij onze kamer, het is op de hele vleugel horen we later. Het wordt opgelost. Na het ontbijt is het inderdaad opgelost. Dat doen ze goed. Het is vandaag weer snel erg warm. We lopen een rondje op het park van het terrein. Elke dag komen we een paar keer een erg aardig uitziende Italiaan. Vandaag spreken we hem kort. Hij werkt voor het - voor zover wij begrepen - nationale volleybalteam. Er zijn net Europese kampioenschappen in Lecce gespeeld. Dus hij is hier niet voor zijn plezier, hij moet gewoon werken. Volgens ons is zijn werk ook gelijk plezier, dus komt wel goed.

Vandaag gaan we richting Otranto, een kustplaats wederom. Tenminste, onderweg bedenken we ons. Laten we naar het zuidelijkste puntje van de hak gaan, Santa Maria Leuca. Daar zijn we 3 jaar geleden ook geweest. Kijken of er iets is veranderd. Onderweg stoppen we bij een soort grote Gamma, gewoon even neuzen. De mensen die binnen zijn, vinden het maar raar, die “anderen”. Maar het is er lekker koel binnen. We komen rond half 2 in Leuca aan. We parkeren de auto in de schaduw, net achter de boulevard. We stappen uit en de zweetklieren gaan vol open. Tsjonge jonge, wat een hitte. Niet normaal. Er is geen ontkomen aan. De kleren en schoenen plakken gelijk aan ons lijf. Maar we gaan de uitdaging aan en lopen op ons dooie gemakje naar de boulevard in de hoop daar wat verkoeling te vinden van de zeewind. Helaas, geen kans. Het waait wel wat, maar het doet niets. Oké, plan de campagne. We struinen de boulevard een eindje af en zullen dan weer in de auto stappen, op weg naar Otranto. In Leuca zien we wel dat er dingen zijn veranderd. Het is toeristischer ingericht. De stranden bestaan uit rotsblokken, waarop ze met palen grote vlonders hebben gemaakt waarop strandbedjes staan. Er zijn wat restaurantjes op palen bijgekomen en er lijken ook meer accommodaties te zijn waar je kunt slapen. Ja, het begint te komen. Hoe leuk het ook is, wij hebben geen zweet meer te geven dus in de auto, de airco vol aan. We hebben het een uur uitgehouden.

Rond half 3 rijden we naar Otranto, zo’n 50 kilometer verder. Het is siësta tijd, dus geen mens of auto op straat. Een paar natuurlijk wel. Maar waar we dorpen door moeten (hier is geen snelweg) zijn de straten leeg. Vlak voor Otranto passeren we een bar/grill waar we een paar broodjes eten en wat opdrinken. Er zit zowaar een motel bij, super netjes. Heerlijk om ook weer even af te koelen. Meer mensen zijn op dat idee gekomen, In Otranto vinden we direct een mooie parkeerplaats, gratis, en we zetten de auto naast een andere auto met Nederlands kenteken. Er is er dus nog 1 die zo ver is gaan rijden. Otranto is prachtig. In het oude centrum, binnen de fort-muren, moet het mondkapje altijd op. Niet iedereen houdt zich daar aan zien we wel. Maar er loopt politie rond en die zal daar heus wel op aanspreken. Daar zijn ze niet flauw mee. De winkeltjes zijn open en het is er gezellig druk. Nog een paar leuke schoentjes gekocht. Na de kleine winkel straatjes kom je direct op de boulevard waar je prachtig uitkijkt op de zee en de kleine stranden. Heel grappig: voor aan hebben ze met een lage muur een soort afscherming van het grote water gemaakt, waar de kleintjes kunnen spelen en de ouders niet bang hoeven te zijn dat ze te ver het water in gaan. Goed bedacht, Wij denken dat dit best een groot stadje is, maar Wikipedia zegt dat er maar zo’n 5500 mensen wonen. Gezichtsbedrog dus, want het stadje loopt als een lange lijn langs de kust en kennelijk zit er achter die lijn niet veel. Wel veel vriendelijk ogende mensen. Onze kleren zijn inmiddels drijfnat en we besluiten terug te rijden naar het hotel in Lecce.

In de avond rijden we voor het laatst Lecce in. Het is al een beetje laat, rond half 10 arriveren we bij ons restaurant. De ober, voor ons Mitchel, begroet ons hartelijk. We hebben plaats om te eten. We vragen zijn naam: Michael. Dat is toch niet zo ver af van Mitchel. We leggen hem uit dat wij iemand kennen die er uit ziet zoals hij en bijna dezelfde naam heeft. Maar hij begrijpt er helemaal niets van. We eten er weer heerlijk en drinken nog iets op het terras waar we de eerste avond ook waren. Dezelfde ober komt onze bestelling opnemen en we hoeven niets te zeggen: hij zegt al wat wij de eerste avond hebben gedronken. Hoe is het mogelijk. Hij ziet zoveel mensen voorbij komen, dat hij dat nog weet. Op het gemakje lopen we tegen twaalven terug naar de auto. Lecce is mooi en goed geweest. Morgen op weg naar de eindbestemming, Capo Rizutto, Bas en Janny.