Maandag 10 september 2018

10 september 2018 - Agnone Cilento, Italië

Het is gelukt, uitslapen. Tegen tienen zijn we wakker. In alle rust, want we komen er achter dat dit dorp maar 810 inwoners heeft. Nog kleiner dan onze eigen woonplaats. Een compact dorp, dat buiten het toeristenseizoen weer gaat “ slapen”. Prima om er twee nachten te verblijven. Zou het langer zijn, dan zouden we niet weten waar we nog moesten kijken. Maar goed, de lokale supermarkt is om de hoek. We genieten een heerlijk ontbijt, uiteraard buiten. En het is al warm. De voorbode voor een hete dag. En dat wordt het. Rond tweeën gaan we de deur uit, richting de promenade. We nemen een andere afslag naar beneden en komen uit bij een kleine haven. Er zijn maar een paar mensen op straat. Die we tegenkomen, zijn erg vriendelijk. We kiezen ervoor om links af te gaan waar we rechts hadden moeten gaan. Het zweet loopt over onze rug en we lijken alleen maar verder van het dorp weg te lopen. Toch maar weer terug. Even op het strand zitten. Dat is nog een opgave. Er liggen veel kiezels en er zijn maar een paar plekken waar gezwommen kan worden zonder je tenen te breken. Het zeewater is zo warm als lauw water uit de kraan. Het is erg helder. We lopen op ons gemak terug naar de bewoonde wereld van het dorp, langs de zeerand over bekiezelde paadjes. Ondanks het zeebriesje koelen we niet af. Omdat het siësta is, verwachten we niet dat we ergens iets kunnen drinken. Gelukkig, dat valt mee. We strijken neer op een terras en houden het daar een flinke tijd vol met koffie, frisdrank, zoute chips. De lokale bewoners trekken aan het eind van de middag naar het strand, hondjes mee natuurlijk. In een souveniershop waar eigenlijk alleen maar huishoudelijke materialen te koop zijn raken we in geanimeerd gesprek met de eigenaren, beide ietwat op leeftijd. Dat wil zeggen: zij praten, wij knikken en zeggen af en toe “si” en “no” om ze de indruk te geven dat we begrijpen wat ze zeggen. We gaan verder en horen ze tegen elkaar zeggen “ hollanda sympatico”. Nou, dat is leuk. Op weg terug naar het huis drinken we nog een snel kopje koffie in een lokaal barretje, waar we een prachtig boek over de omgeving zomaar meekrijgen. Ook weer leuk. Op het gemak lopen we ‘s avonds terug het dorp in om wat te eten. Ongemerkt is het toch al weer laat, maar de restaurants gaan hier toch pas na 8 uur beginnen dus het klopt weer. Je zou denken dat de promenade of boulevard, hoe je het ook wilt noemen, vol is met wandelende mensen. Nee, toch niet. We kunnen ze op 1 hand tellen en het zijn steeds dezelfden die voorbij komen. We gaan een restaurant binnen met een terras op de verdieping met uitzicht op de zee. Prachtig. Goed eten. Christian Tarulo meldt dat hij zich om 10 uur morgenochtend bij ons voegt om uit te checken. Ai, moeten we toch de wekker zetten. Afijn, prima, kunnen we op tijd rijden voor de volgende bestemming, Capo Vaticana. De nacht is onrustig, Meerdere geluiden houden ons wakker. Op een gegeven moment gaat hij even naar buiten waar het nog ruim boven de 20 graden is. Een paar ogen lijken hem aan te kijken. Licht van de telefoon er op en het blijkt een donkerbruin vosje. Ja, dat is dan ook wel weer leuk.

Foto’s