Dag 2 - zondag 1 september - Rimini

2 september 2019 - Rimini, Italië

Heerlijk geslapen. En een verrassing bij het ontbijt. Luka, de vriend van de man met de verloren telefoon, heeft met Fernanda afgesproken dat wij een zo uitgebreid mogelijk ontbijt krijgen als bedankje. Nou zeg. Dat is nog eens aardig. Niet dat we zoveel eten ’s morgens, maar de bedoeling is goed. Eigenlijk eten we wat we zelf de dag eerder bestelden. Als extraatje heeft Fernanda verse vijgen gemaakt met Roquefort en olijfolie. Het zal best een lekkernij zijn maar die schimmelkaas staat ons niet aan. Er is extra brood, extra zelfgemaakte jam en als het op is, kunnen we bij laten maken. Nou, goed is goed hoor. Na het eten nog even ontspannen en dan zwaait Fernanda ons uit. Ook wel eens leuk, uitgezwaaid worden.

We rijden tot bijna Verona op de autostrada en buigen dan af naar de provinciale wegen. Lekker binnendoor rijden, zo’n 300 kilometer, tot aan Rimini. Het is snikheet. Het gaat goed. Maar het is zondag. En dat betekent echt een rustdag. Ook voor de barretjes bij de benzinestations, waar we normaal een lekker kopje koffie genieten. Niks open! Tot in geen velden of wegen. Net voor Ferrara hebben we dan prijs. In een randstadje is een café open. We zetten de auto voor de deur en na het uitstappen vertrekken drie jonge gasten het café. Hm, apart. Het ziet er niet uit, maar de koffie smaakt er goed. Van Sprite of 7-up hebben ze nog nooit gehoord, maar er is Fanta. Toch gek voor zo’n stadje. Ferrara is namelijk een plaats waar 120.000 mensen wonen, best een moderne stad. Maar goed. In Ferrara bezoeken we een winkelcentrum, die is wel open. Omdat het zo heet is en familiedag (zondag) is het niet druk. Maar we strekken er even de benen, drinken er wat en rijden weer verder. De bedoeling is via Ravenna naar Rimini te rijden, nog zo’n 130 kilometer. Tja, dan wordt toch even anders. Want de wegen worden steeds slechter en de auto gaat er van huppelen. En als er onderweg nu iets te zien valt? Het lijkt Zeeland wel. Tussen de stadjes en dorpen is er niets dan velden met gewassen of al omgeploegd. Geen kip op straat. Dus voor Ravenna buigen we terug naar de autostrada. Bij Fuenza komen we er op. Het verkeer aan de andere kant komt vanaf de kustlijn, Rimini, Riccione etcetera. Het rijdt niet, het staat hartstikke vast in de file. Voor het idee: vanaf de kust is het nog zo’n vijftig kilometer. Auto’s met oudere mensen maar ook vol met kinderen. Dat wordt afzien voor die mensen. Want ook de vakantie van de Italianen zelf is voorbij, dus behalve een dag strand gaan er ook veel weer naar huis van vakantie. En dan gaan we toch allemaal tegelijk rijden? Onderweg naar Rimini hebben wij geen files, het valt erg mee met de drukte. Het wordt wel steeds warmer, we gaan richting de 34 graden. 

In winkelcentrum Le Befane halen we wat flessen water, hoeven we daarmee niet te sjouwen. En zo zijn we net voor zessen in het hotel aangekomen. Valentina, de receptioniste, herkent ons. De kamer die ze ons aanbiedt zou op ons verzoek onze favoriete kamer zijn. Nou, dat is niet zo. Dus terug naar Valentina. Oh, er is een vergissing in het spel. Gelijk komt ze met een andere kamer en ja: prima! Op de vierde verdieping, prachtig uitzicht. Dit is nu wel onze favoriete kamer.Het gemak van de digitale wereld levert op dat hij een voetbalwedstrijd kan kijken via de laptop. Mooi man. Zijn ploegje wint ook nog. De avond kan niet meer stuk. 

We frissen ons op en gaan naar ons restaurant, waar we altijd eten als we hier zijn. Weinig fantasie van onze kant maar wat goed is, is goed. Het is nog erg druk met mensen op straat. De laatste avond verwachten wij. Hopelijk is er plek in ons restaurant. Ja! Het bedienend personeel herkent ons direct. Handen worden geschud, grappen worden gemaakt. Onze tafel buiten grenst aan een tafel binnen. In het restaurant aan de overkant van de straat wordt door gasten in een microfoon gezonden, karaoke. De een gaat het iets beter af dan de ander. Als kinderen gaan zingen, stroomt het publiek buiten toe om te kijken, oftewel een echte publiekstrekker. Tot nu toe is Marcello onze favoriet. Hij kan zingen, maar is wat onzeker. Als er een dame gaat zingen, duwt de mevrouw aan het tafeltje naast ons haar vingers in haar oren. Het is inderdaad niet om aan te horen. We raken in gesprek. Dat wil zeggen: zij, Domenica, haar man Antonio en haar zoon van 13 Frederico proberen zich verstaanbaar te maken in het Engels en wij in het Italiaans. Het komt er op neer dat het gezin bij ons aan tafel schuift en we het heel gezellig hebben. Zo leuk zelfs dat telefoonnummers worden uitgewisseld voor als we hun regio Parma eens bezoeken. De eerste whatsappjes zijn gedeeld. Puffend van de warmte zijn we na middernacht weer in het hotel.